Ailanthus altissima: een verboden boom
In een tijd dat landelijk wordt nagedacht over manieren om meer bomen te planten, waarin het bewustzijn over de waarde van bomen voor een gezonde en toekomstbestendige buitenruimte groter wordt, is er een soort die niet mag, een verboden soort. Namelijk de hemelboom, oftewel Ailanthus altissima. Boominspecteur Niek Meister vertelt over deze boom en zijn voorkomen in Nederland.
Niek: “De hemelboom staat sinds augustus 2019 op de Unielijst invasieve exoten, wat inhoudt dat de boom als een schadelijke exotische soort wordt beschouwd, en dat bezit, handel, kweek, transport en import in Europa verboden zijn.” Met de moderne vervoersmogelijkheden reizen mensen van continent naar continent en nemen, soms onbedoeld, van alles met zich mee. Zo ook plant- en diersoorten die zich in hun nieuwe omgeving, wanneer ze daar gunstige omstandigheden treffen en natuurlijke vijanden ontbreken, ongeremd kunnen vermenigvuldigen. Zo bedreigen ze inheemse soorten en daarmee de biodiversiteit, en worden ze bestempeld als invasieve exoten.
Mooi, maar opdringerig
De hemelboom is in de 18de eeuw vanuit China ingevoerd in Europa. In Nederland werd hemelboom vooral aangeplant vanwege zijn sierwaarde en positieve eigenschappen als tolerantie voor arme gronden, droogte en luchtvervuiling. Hemelboom is dan ook met name te vinden in stedelijk gebied, zoals stadsparken, taluds en langs afrasteringen. Maar sinds 1996 worden steeds vaker zaailingen aangetroffen in de natuur, zoals in bermen van snelwegen en op rivieroevers.
Niek: “We zien dat enkele locaties met gunstige omstandigheden voor de hemelboom, deze zich sterk kan uitbreiden door middel van wortelopslag. De hemelboom heeft een voorkeur voor droge kalkrijke, stenige grond en voor warme, zonnige plaatsen. Wortelopslag vind je langs muren en tussen de verharding, maar ook in gazons, groenvakken en in particuliere tuinen. In de provincies Gelderland en Flevoland hebben we een paar locaties aangetroffen met veel opslag, bijvoorbeeld ook langs een geluidswal en langs gevels van woningen.”
Onvriendelijk voor ander groen
Hemelboom is een ‘onvriendelijke’ soort voor omringende begroeiing. Wortels, bast en blad van hemelboom bevatten gifstoffen die, als ze zich ophopen in de bodem, ervoor zorgen dat andere planten niet meer goed groeien. De hemelboom heeft daarbij een grote concurrentiekracht en groeikracht.
Zoals gezegd vormt de soort veel worteluitlopers met knoppen die uitlopen tot weer een zelfstandige plant. Dit kan behalve ander groen verdringen ook economische schade veroorzaken. Als gevolg van de sterke wortelgroei kan hemelboom verhardingen opdrukken, schade toebrengen aan rioleringen en andere leidingen. Zaailingen die zich vestigen tussen verharding en muren kunnen voor ontwrichting zorgen.
Dan maar allemaal omzagen?
Voor een soort die op de Unielijst staat geldt de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen, te verwijderen, of als dat niet lukt, deze zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk worden voorkomen. Het houden van deze soorten in botanische collecties is alleen mogelijk voor (wetenschappelijk) onderzoek, en met een vergunning.
“Uit een korte rondgang onder collega’s blijkt dat het in de meeste gemeenten meevalt met problemen door hemelbomen”, vertelt Niek. “Locaties waar opslag voorkomt, zijn uitzonderingen in de gemeenten waar we de afgelopen jaren hebben geïnspecteerd. In Zuid- en Midden-Europa is deze soort een groter probleem. De Unielijst wordt voor heel Europa opgesteld en door verschil in klimaat en groeiplaatsomstandigheden hoeft een soort op deze lijst niet overal een probleem te zijn, maar vangwege handel en transport door heel Europa is het beter om een invasieve exoot meteen helemaal te verbieden. Het is niet noodzakelijk om alle hemelbomen in Nederland te verwijderen, maar het is wel belangrijk om in te grijpen zodra op locaties ongewenste vermeerdering wordt vastgesteld.”