Inspectiewerk bij invasieve exoten
De hemelboom is een geliefde stadsboom. De soort komt oorspronkelijk uit China, heeft grote, samengestelde bladeren en bloeit in juni en juli met grote, opvallende geelwitte pluimen. Maar de boom zorgt óók voor problemen, vooral door de ongebreidelde manier waarop hij zich kan vermeerderen. Sinds 2019 staat hij dan ook op de Unielijst van invasieve exoten, wat inhoudt dat de soort niet meer mag worden aangeplant en in de natuur actief moet worden bestreden. In stedelijk gebied ligt dat anders, maar ook daar moeten boombeheerders alert zijn.
De hemelboom (Alianthus altissima) heeft zich inmiddels gevestigd in meerdere Europese landen en vormt met name in Zuid- en Midden-Europa een probleem. Ook in Nederland worden sinds 1996 zaailingen aangetroffen in de natuur. De soort is invasief: hemelbomen hebben een enorme groei- en concurrentiekracht en verdringen inheemse soorten. Ze produceren veel zaad en dus ook veel zaailingen, maar vermeerderen zich ook via de wortels; die kunnen op grote afstand uitlopers vormen met wortelknoppen waaruit nieuwe bomen ontstaan. Daarbij scheiden de wortels stoffen af die giftig zijn voor andere soorten.
Extreme wortelopslag
Onlangs deed De Boominspecteurs een onderzoek naar hemelbomen in een woonwijk. “Dit was een extreem geval”, vertelt Niek Meister. “Overal in de buurt was wortelopslag zichtbaar, tot wel 30 meter afstand van de moederboom. En de zaailingen troffen we zelfs op 50 meter afstand aan. De bomen waren in redelijke conditie, maar lieten hier overduidelijk hun invasieve karakter zien. Dit was met beheer niet in toom te houden. Ons advies was dan ook: vellen.”
Problemen zijn standplaatsafhankelijk
“Dit is niet in alle gevallen nodig, benadrukt Niek. Belangrijk is dat je verspreiding van de soort, vooral buiten het stedelijk gebied, voorkomt.” Het concrete advies is dan ook per situatie verschillend. “Deze hoeveelheid opslag vanuit de wortels heb ik nog nooit eerder gezien”, zegt Niek. “Je zag het overal, vooral langs muren in steegjes en brandgangen. Relatief warme plekken die niet belopen worden en waar de wortels als het ware langs geleid worden. Gunstige omstandigheden dus. Maar er waren ook exemplaren bij die zich helemaal niet vermeerderden vanuit de wortels; die stonden bijvoorbeeld op schaduwrijke plekken of in kort gemaaid gras. Je ziet dus hoe standplaatsafhankelijk is. Dit geval laat zien dat, áls de omstandigheden gunstig zijn, het bijna niet in toom te houden is.”
Alert op vermeerdering
In dit geval adviseerden wij om alle hemelbomen in de straat te verwijderen. Inclusief de stobben, wortels, wortelopslag en zaailingen. En inclusief een intensieve nacontrole, die meerdere keren herhaald moet worden omdat de kleinste wortelresten opnieuw kunnen uitlopen. Niek: “De NVWA beschrijft verschillende methoden voor bestrijding, waaronder ook herbiciden. Maar het is aan de gemeente om een afweging te maken in hóe ze het doen.
Als het haalbaar is om verspreiding te voorkomen, hoeft een exoot niet per se gekapt te worden benadrukt Niek. “Dat is meestal helemaal niet nodig. Een invasieve exoot in een gazon dat vaak gemaaid wordt, krijgt bijvoorbeeld de kans niet om zich door wortelopslag te vermeerderen. Wanneer de groeiplaatsomstandigheden in de omgeving niet geschikt zijn, zal een soort zich ook niet makkelijk uitzaaien. Als er alleen vrouwelijke bomen aanwezig zijn is er ook geen risico op uitzaaiing. (Bij hemelbomen hebben mannelijke exemplaren een sterke geur, waardoor ze in het verleden nauwelijks zijn aangeplant).
Het is vooral belangrijk om als boombeheerder en boomadviseur alert te zijn op exoten. Als dat maaibeheer bijvoorbeeld wordt aangepast kan die boom zich wél gaan vermeerderen. Ook bij bomen aan de rand van de stad moet je voorzichtiger zijn, omdat je verspreiding in de natuur wilt voorkomen. We moeten vooral letten op ongewenste vermeerdering. Dus als we zaailingen of opslag signaleren zullen we de beheerder daar dus altijd op attenderen.”