Veel essen in Nederland hebben te kampen met essentaksterfte. Zo ook essen in gemeente Westland. Bomenliefhebbers zagen hoe de conditie van de bomen terugliep. Maar ook de gemiddelde inwoner van de gemeente ontgaat het niet. Hoe het écht met de bomen gesteld is, dat was niet bekend. Tijd om dit boven tafel te krijgen! “De bezorgdheid van de inwoners bereikte de gemeenteraad. Ook daar waren ze benieuwd naar de werkelijke toestand van de essen en in hoeverre de essentaksterfte had toegeslagen”, vertelt Edwin Bakker, coördinator gebiedsbeheer van gemeente Westland.
Als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg. In het verleden werden de essen die ziek waren gerooid, zonder goed uit te zoeken hoever de ziekte was. Dit wilde de gemeente niet meer. “De Boominspecteurs inventariseerden de essen in onze gemeente. De focus lag op de mate van aantasting door de essentaksterfte. Van lichte tot zware aantasting. De inzichten die we uit de inventarisatie krijgen zijn de basis voor beleid. Want wat doen we met de licht aangetaste bomen? Laten staan waar mogelijk? Binnen een x aantal jaar rooien? We zijn nu in het stadium beland om dit soort beslissingen te nemen.”
Verantwoording
Gemeente Westland is zo’n 42.000 bomen rijk. Ongeveer 7.000 daarvan zijn essen. Dat is zo’n 16 procent van het totale bomenbestand. Niet zo gek dus dat de inwoners bezorgd zijn over de toekomst van de bomen. “Zowel naar de gemeenteraad als naar de inwoners willen we goed kunnen uitleggen waarom we doen wat we doen. Maar ook voor onszelf is het fijn dat er een duidelijke richtlijn komt waar wij onze beslissingen aan kunnen toetsen”, vertelt Bakker. Met een duidelijke visie en beleid hoopt de gemeente ook meer toekomstgericht te kunnen werken, het onderhoud meer planmatig aan te pakken. En zo draagt het inventariseren van de essen bij aan een beter toekomstbestendige gemeente Westland.
Nederland
Gemeente Westland staat niet op zichzelf hierin. Veel gemeenten kampen met dezelfde vraag ‘Wat te doen met de zieke essen?’ “Breng eerst de situatie in kaart”, geeft Bakker als advies. “Zo weet je waar je aan toe bent én kunnen een duidelijke visie en beleid opgesteld worden”, besluit hij.